Kinderopvang moet zo snel mogelijk weer open

30 maart 2020

Ontkoppel onderwijs en kinderopvang, belang van kind staat centraal

De angst regeert nu, en de publieke opinie (m.n. onderwijskoepels en medisch specialisten) heeft de druk medio maart op het kabinet dermate opgevoerd dat scholen en kinderopvang tot 6 april zijn gesloten. Scholen en kinderopvang worden in één adem genoemd. Dinsdag 31 maart wordt een besluit genomen over een eventuele verlenging van deze periode. Het corona-onderzoek -dat belangrijk is voor de beslissing of scholen na 6 april weer openen-  geleid door het RIVM, is pas 24 maart gestart en zal zes weken in beslag nemen. Vóór begin mei worden dus geen uitkomsten verwacht; en komen daarmee te laat voor de besluitvorming.

Bestuurders in de kinderopvangbranche pleiten ervoor de kunstmatige koppeling van onderwijs en kinderopvang los te laten. De branche wil haar rol oppakken; namelijk de zorg voor kinderen regelen, zodra het weer kan en verantwoord is. Waar nu de kinderen van ouders met vitale beroepen worden opgevangen op ‘noodlocaties’, zou zo snel als mogelijk de kinderopvang haar locaties weer moeten openen voor álle kinderen (mits ze niet ziek zijn). Dat het onderwijs nog dicht is tot de meivakantie is tot daaraan toe, als scholen en ouders van schoolkinderen daar achter staan. Maar voor de kinderopvangsector geldt dat niet, wat beaamt wordt door het merendeel van de ouders.

Ontzorgen van de ouders, ieder kind heeft recht op opvang

“De kinderopvang heeft een maatschappelijke rol te vervullen”, aldus Ben Schnieders, directeur van Kids First COP groep. “Ouders werken nu thuis tussen kinderen die overladen zijn met thuiswerkopdrachten en daar behoorlijke begeleiding in nodig hebben. Of ze combineren het werken thuis met de zorg voor kleine kinderen. Gezinnen worden op de proef gesteld en gaan hier en daar kopje onder. Terecht worden de opa’s en oma’s zo veel mogelijk ontzien, maar wat moeten deze ouders als de periode met maatregelen wordt verlengd? Want daar ziet het nu naar uit. “Wij vangen hoofdzakelijk kinderen op van ouders die werkzaam zijn in de vitale beroepsgroep, maar maken soms uitzondering -op verzoek van een groeiende groep gemeenten- voor kwetsbare kinderen of gezinnen waar de problemen zich opstapelen. Maar we krijgen ook steeds meer vragen van andere ouders; met werk in sectoren die zwaar onder druk staan; met kinderen met een ontwikkelachterstand; die zelfstandig zijn met jonge kinderen. Of wij voor hen geen uitzondering kunnen of willen maken! Al deze ouders lopen nu vast.”

RIVM: kinderen wel drager, geen besmettingsbron

Het RIVM heeft steeds gezegd dat kinderen wel drager zijn van het virus, maar dat ze weinig bijdragen aan de verspreiding van ‘t virus. Kinderen gaan nu ook naar buiten. In sommige  ‘aandachtswijken’ zwerven ze rond op straat. Als kinderen geen klachten hebben als koorts, verkoudheid of hoest kunnen ze prima met andere kinderen spelen en op de opvang komen. Schnieders: “Op de opvang is het vermijden van lichamelijke contacten beter te managen dan op straat. En wat te denken van de controle op de juiste manier van handen wassen voor en na het spelen met speelgoed/toestellen.”

Op dit moment krijgen kinderen bijna nooit klachten van het coronavirus. Kinderen zijn geen speciale risicogroep. Kinderen vormen ook geen grote besmettingshaard voor de ziekte, aldus het RIVM. Niet voor niets besloot het kabinet in eerste instantie om scholen niet te sluiten.

Economische gevolgen van het coronavirus

De economische gevolgen van het Coronavirus zijn enorm. Een krimp tot 10% in het eerste halfjaar van 2020 is realistisch volgens het CPB. Om de economie en de bedrijvigheid zo snel mogelijk weer te kunnen starten – op het moment dat dat weer verantwoord is – moét de kinderopvang direct weer op volle toeren kunnen draaien. De crisis bedwingen kan alleen met ‘t nemen van de maatschappelijke verantwoordelijkheid; ouders ontzorgen en zorg dragen voor de kinderen. Dankzij het Kabinet blijft het financieringsstelsel in tact. Ouders blijven de kinderopvangtoeslag ontvangen, ook als ze op dit moment geen kinderopvang afnemen. En ze worden gecompenseerd voor de ouderbijdrage, mits de rekening volledig betaald blijft. Deze tijdelijke compensatie moet uiteraard niet langer duren dan strikt noodzakelijk.

Verschillen tussen onderwijs en kinderopvang

Tussen kinderopvang en scholen bestaan wezenlijke verschillen, maar in deze crisis worden beide instanties over één kam geschoren. Scholen moeten opvang verzorgen waar dat niet hun corebusiness is en daarnaast nog online onderwijs verzorgen. Pedagogisch medewerkers in de kinderopvang staan in nauw en persoonlijk contact met de ouders, mede door de intensieve haal- en brengmomenten van jonge kinderen. Kinderopvanglocaties zijn veel kleinschaliger; waar scholen gemiddeld 100-250 kinderen onderbrengen, bevatten de meeste locaties in de kinderopvang tussen de 16 en 48 kindplaatsen. Waar de scholen hun meivakantie alweer inplannen, draait de kinderopvang het hele jaar door. Kinderopvang is complementair aan onderwijs, dat zeker. Pedagogisch medewerkers kunnen de kinderen overdag ook begeleiden met hun “thuisopdrachten”, ze zijn immers allround.

Schnieders pleit, net als vele collega’s in de branche, dat de beslissing over het al dan niet verlengen van de sluiting van kinderopvang lós komt te staan van de besluitvorming over die voor het onderwijs. Kinderopvang zouden weer geopend moeten worden, zodra het kan en weer verantwoord is. Wellicht is 6 april nog te vroeg, maar in beginsel zou direct na Pasen een goede richtlijn zijn. Uiteraard met inachtneming van de nodige veiligheidsmaatregelen; in het belang van zowel de kinderen, de ouders als de medewerkers.

 

Door Ben Schnieders, bestuurder Kids First COP groep.